Met de jaarlijkse leerlingenbevraging houdt VAD al twee decennia lang de vinger aan de pols wat betreft het gebruik van alcohol, tabak, medicatie en illegale drugs en het gok- en gamegedrag bij leerlingen uit het secundair onderwijs (ASO, BSO en TSO). De onderzoeksresultaten uit het schooljaar 2016-2017 brengen enkele nieuwe trends aan het licht. Het volledige rapport vindt u via volgende link: VAD Leerlingenbevraging.

Alcohol blijft duidelijk de meest gebruikte drug. Meer dan de helft van de leerlingen (53,3%) dronk het jaar voor de bevraging alcohol. Eén op acht deed dat zelfs op regelmatige basis, gaande van wekelijks tot dagelijks (12,3%). In een doorsneeklas van 20 leerlingen is er één leerling die gemiddeld meer dan 10 glazen alcohol per week drinkt (4,2%). Bij de 17-18-jarigen zijn dat per klas al meer dan 2 leerlingen (11,4%). Meer dan een kwart heeft zich het voorgaande jaar dronken gevoeld (26,5%). In de oudste leeftijdsgroep doet één op de drie leerlingen maandelijks of wekelijks aan bingedrinking (32,5%).

Bij alcohol zien we dat bij de min 16-jarigen het aandeel dat ooit gebruikte, daalde van 68,0% in 2007-2008 naar 40,6% in 2016-2017. Maar eens boven die leeftijd is er geen daling merkbaar, meer nog, het lijkt er soms op dat risicovolle drankpatronen zich sterker aftekenen. Zo steeg het aandeel 17-18-jarigen dat aangaf het voorgaande jaar dronken te zijn geweest, van 47,0% in 2010-2011 naar 57,0% in 2016-2017 (ter vergelijking: in de leeftijdsgroep 12-14-jarigen bleef dat aandeel nagenoeg stabiel, van 4,2% naar 3,9%).

Het drinken van alcohol heeft bij jongeren een negatieve invloed op hun hersenen die nog volop in ontwikkeling zijn. Wettelijk gezien is het verboden om alcohol te verkopen of te verstrekken onder de 16 jaar en de verkoop of het schenken van sterke drank is verboden onder de 18 jaar. Deze wettelijke restricties lijken jongeren onder de 16 jaar steeds meer van de alcohol af te houden. De gemiddelde leeftijd waarop voor het eerst alcohol wordt gedronken ligt een stuk hoger dan enkele jaren geleden. Daarenboven daalde het aantal jongeren onder de 16 jaar dat ooit al alcohol dronk van 68% in 2007-2008 naar 40,6% in 2016-2017, een trend die zich niet voordoet bij leerlingen van 16 jaar en ouder. Deze evolutie toont aan dat een verhoging van de wettelijke minimumleeftijd naar 18 jaar heel wat gezondheidswinst zou opleveren. Ook VAD en de Hoge Gezondheidsraad raden in hun wetenschappelijk onderbouwde richtlijn af alcohol te drinken onder de 18 jaar.

En welke dranken scoren het best bij de jongeren?

41,6% van de jongeren heeft het laatste jaar bier gedronken tegenover 34,2% die het laatste jaar wijn dronk. Sterke drank en aperitieven werden door 32% van hen gedronken. 8,7% van de jongeren drinkt regelmatig bier, terwijl dat aandeel voor de andere soorten alcohol tussen de 1% en 3% ligt.

In de jongste leeftijdscategorie hebben jongeren vooral ooit bier (21,8%) of wijn (20,5%) gedronken. Het ooitgebruik van aperitieven (12,7%) en sterkedrank (11,8%) komt minder vaak voor en het ooitgebruik van alcopops is in de jongste leeftijdsgroep eerder zeldzaam (6,3%). De sterke perceptie van alcopops als “drank die zich richt tot jongeren” is dus niet helemaal gerechtvaardigd.

Ook in de categorie 17-18-jarigen blijft bier de drank die door het hoogste aantal leerlingen regelmatig gedronken wordt: 22,3% van de 17-18-jarigen drinkt regelmatig bier, 7,8% drinkt regelmatig wijn en 6,0% drinkt regelmatig sterkedrank.